Een veilige stabiele omgeving
De stalomgeving moet zo veilig mogelijk zijn voor zowel jou als het paard. Netheid is een van de belangrijkste factoren.
Stallen hebben de neiging om stoffig te worden en het stof kan zelfs brand veroorzaken. Houd lampen, elektrische aansluitingen, kachels en andere elektrische apparatuur dus schoon en vrij van stof en vuil. Er mogen geen kleren, dekens en andere uitrusting op de verwarming liggen. De elektrische apparatuur die in de stal staat, moet ook goedgekeurd zijn voor gebruik in stallen, iets waar je misschien niet aan denkt als het bijvoorbeeld om radio's gaat. Radio's op batterij zijn echter geen probleem.
Houd de vloer vrij van voedselresten om geen ratten en muizen aan te trekken, aangezien deze op de elektriciteitskabels kunnen gaan kauwen. Als er een ongeluk gebeurt en er brand uitbreekt, moeten een mes, een halster, een halsterband en een brandblusser gemakkelijk bereikbaar zijn. Het zeer raadzaam om deze hulpmiddelen op een speciale brandposter te plaatsen om te voorkomen dat ze voor andere gelegenheden worden gebruikt en ervoor te zorgen dat ze beschikbaar zijn wanneer dat nodig is. Waar je zeker aan moet denken, is dat je bij een evacuatie zo makkelijk mogelijk weg moet kunnen komen. Paden moeten vrij zijn van uitrusting, kruiwagens en andere zaken die verwondingen kunnen veroorzaken of een evacuatie kunnen belemmeren.
Hoewel brand waarschijnlijk het ergste is wat er zou kunnen gebeuren, zijn er nog veel meer situaties die ernstige verwondingen kunnen veroorzaken.
Paardenboxen moeten zo worden ontworpen dat het paard nergens aan vast kan komen te zitten. Wat vaak voorkomt zijn roosters met te grote openingen, waarin de hoef of kaak van het paard vast kan komen te zitten. De spleet tussen de boxdeur en de stalvloer mag niet meer dan 3,5 cm zijn. Als de boxdeur een open bovendeel heeft, mag er geen dekenhanger op deze deur worden geplaatst. Het paard kan gemakkelijk met zijn onderkaak klem komen te zitten als het in de deken/hanger begint te bijten, met ernstig letsel tot gevolg.
Lampen en elektriciteitskabels moeten worden beschermd zodat ze niet binnen het bereik van het paard komen als het in de box staat.
Handgrepen, boxsloten, kranen enz. moeten worden aangepast of voorzien van de juiste afscherming zodat het paard er niet aan kan vast kan komen te zitten of zich eraan kan beschadigen.
Bewaar voer waar het paard er niet bij kan in een ruimte met een constante temperatuur en een niet te hoge luchtvochtigheid.
Harken, scheppen, bezems en kruiwagens moeten op een aangewezen plaats worden bewaard, zodat ze het looppad niet blokkeren en geen letsel kunnen veroorzaken.
Het is raadzaam om deuren te hebben die open kunnen worden gezet met een grendel of iets dergelijks om het risico te verkleinen dat het paard vast komt te zitten of bang wordt door een deur die dichtslaat.
Wat de verzorging van het paard betreft, is het goed als er de mogelijkheid is om het paard op een speciale poetsplaats te zetten, omdat het poetsen daar veiliger en makkelijker gaat.