1: Begin met een schoon en droog been.
2: Doe eventueel een verbandkussen om. Als je geen verbandkussen wilt (kort en lang zijn leverbaar), ga dan naar stap 4.
3: Bedek het kussen en zorg ervoor dat deze goed om het been zit zonder er te hard aan te trekken. Zorg ervoor dat de haren op de benen naar omlaag wijzen zodat het kussen overal gelijkmatig zit.
4: Zorg er tevens voor dat het kussen correct is aangebracht. Mogelijk moet je eerst een testwikkel maken, zodat het klittenband aan de buitenkant van het been zit. Begin in het midden van het been te wikkelen.
5: Wikkel ongeveer twee slagen zodat het vastkleeft. Breng het niet te strak aan. Als je het iets strakker moet aantrekken, doe dat dan aan de voorkant van het been zodat je geen belangrijke pezen aan de achterkant van het been beschadigt. Zorg ervoor dat je gelijkmatige druk uitoefent tijdens het wikkelen.
6: Ga daarbij omlaag naar de wervel. Wikkel zo gelijkmatig als je kunt.
7: Wanneer je bij de wervel komt, zorg er dan voor dat je deze met een mooie gelijkmatige wikkel omwikkelt zodat die beschermd is tegen mogelijke klappen tijdens het rijden. Draai dan omhoog.
8: Wikkel gelijkmatig en mooi.
9: Zorg ervoor dat het uiteinde van de wikkeling met de klittenbandbeugel aan de buitenkant van het been zit. Zie dit als beenbescherming, sluitend aan de buiten- en achterkant.
10: Klaar! Als het klittenband aan de binnenkant zit, moet je opnieuw wikkelen. Leer de benen van je paard kennen en waar je moet beginnen om op de "juiste" plek te eindigen. Dezelfde persoon moet alle vier de benen omwikkelen zodat die steeds dezelfde druk uitoefent en hetzelfde gevoel krijgt.