Het paardrijden plannen
Gebruik een trainingsagenda of -dagboek zodat je je voortgang kunt bijhouden. Dit is niet alleen leuk, maar ook echt de moeite waard.
Begin het jaar met het maken van een globaal plan van hoe je het jaar ziet op het gebied van trainingen, wedstrijden, rustperiodes, vaccinaties en beslaan.
Wanneer je dan je trainingssessies gaat plannen, kun je meer gedetailleerde weekplannen maken, plus een plan voor de komende twee tot drie maanden. Vraag hierbij hulp van je instructeur. Vergeet niet jezelf doelen te stellen, niet alleen einddoelen, maar ook kleinere tussentijdse doelen. Dit geeft voldoening als je voelt dat je op de goede weg bent.
Probeer je trainingen zo afwisselend mogelijk te maken, combineer rijden in de bak met galop, springgymnastiek, longeren en aan de lange teugels werken. Als je de juiste mix krijgt, zal je paard veel gelukkiger zijn en bereid zijn om te werken. Ook als je een goed plan hebt opgesteld, moet je bereid zijn om het eventueel te wijzigen. Het paard reageert misschien niet zoals je had verwacht op de oefeningen die je gepland had of je voelt dat het paard moe is en niet goed reageert. Dan moet je misschien de eisen die je aan je paard stelt, verminderen en/of korte rustperiodes toevoegen om je doelen later te bereiken. Misschien is het tegenovergestelde waar en moet je je paard juist meer activeren om vooruit te komen.
Door een trainingsdagboek bij te houden, kun je goed zien hoe je paard op de training reageert en ervan leert. Je kunt in je dagboek zien hoe het paard eerder presteerde. Dit kan erg waardevol zijn. Je kunt antwoorden vinden en jezelf herinneren aan kleine details die je op dat moment misschien niet zo belangrijk vond, maar die in die context belangrijk blijken te zijn.
Paarden zijn individuen en hun behoefte aan trainingssessies en rustperiodes varieert. Sommigen voelen zich het meest op hun gemak als ze elke dag aan lichaamsbeweging doen, zelfs als dat betekent dat er maar één of twee dagen per week met ze gelopen wordt. Andere paarden willen liever één of twee rustdagen hebben om zo goed mogelijk te kunnen functioneren. Je moet je paard goed in de gaten houden om te zien wat het beste werkt voor jouw paard.
Natuurlijk is het nog beter als je de mogelijkheid hebt om samen met je instructeur trainings- en wedstrijdplannen op te stellen. Hij of zij kan misschien beter zien dat jij en je paard meer aankunnen dan je zelf denkt, zodat je een schema krijgt dat beter bij jou en je paard past.